Boris Dittrich heeft een baan die ik ook wel zou willen hebben. Sinds 2007 is hij advocacy director van de afdeling seksuele minderheden van Human Rights Watch en hij schreef daarover een indrukwekkend boek. In Elke liefde telt schrijft hij over de vele reizen die hij maakt om de rechten van homo's en transseksuelen te verdedigen. Soms is het al heel wat als hij het thema überhaupt ergens op de agenda krijgt, ergens anders wordt er al gesproken over het homohuwelijk.
Ik las met verbazing, soms met wat woede en aan het eind van een hoofdstuk vaak met opluchting, omdat het werk van Human Rights Watch kennelijk op veel plaatsen effect heeft. Soms voor maar een iemand, maar soms ook wordt er een wet aangepast. En heel soms, gebeurt er helemaal niets. Zoals in het hoofdstuk waarin Dittrich op bezoek gaat bij een Tanzaniaanse diplomate voor de Verenigde Naties. In haar land is homoseksualiteit strafbaar en Dittrich vraagt de diplomate waarom.
'Het is tegennatuurlijk gedag. We kennen dat niet in onze cultuur, geen Tanziaan is homo', is haar antwoord. En als Dittrich daar iets tegen inbrengt: 'Een ding kan ik u verzekeren: zwarte Afrikaanse mannen zijn geen homo. Dat is tegen onze traditie. (...) Ik zeg het u nog een keer: echte zwarte Afrikanen zijn geen homo, dat kan gewoon niet. Ik ga vaak naar mijn dorp terug en ik heb er nog nooit een homo of een lesbienne gezien. Dat zegt toch genoeg.'
Punt.
dinsdag 9 juni 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten