Het schilderij was al briljant
en toen las ik het gedicht.
Het gedicht was al briljant
en toen had ik het schilderij
in mijn achterhoofd.
Toen ik het schilderij
met een schuin oog bekeek
tijdens het lezen
van het gedicht
werden beide briljanter.
Te zien in het Boijmans.
Titus aan zijn schrijftafel
Dit laat hij zien in het portret
van zijn zoon – het nadenken van een kind
hoe ernstig hoe stil dat gezicht is
hoe het kijkt alsof het kijkt in een verte
en je weet dat zijn ogen daar niets zien
dat hij kijkt naar iets achter zijn ogen
alsof hij zoekt naar woorden voor
wat er daarachter leeft
hij laat ook de hand zien van dat kind
hoe het met een duim op zijn kin
en met een pen op een papier
wacht op wat het gaat schrijven
en niemand weet waar het op wacht
ook dat kind niet
dat is wat wij zien- dat
iets niet geschreven kan worden
Rutger Kopland
(uit: Toen ik dit zag, 2008)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten